jurisdictie

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  jurisdictie    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ju·ris·dic·tie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘rechtsmacht, rechtsgebied’ voor het eerst aangetroffen in 1345 [1]
  • uit het Latijn [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord jurisdictie jurisdicties
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dejurisdictiev [3]

  1. rechtspraak, rechtsmacht
    • Deze zware misdaad ligt niet onder de jurisdictie van de kantonrechter die alleen maar lichtere vergrijpen mag beoordelen. 

Gangbaarheid

  • Het woord jurisdictie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
89 %van de Nederlanders;
83 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.