kabbalist

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kabbalist    (hulp, bestand)
  • IPA: /kɑbaˈlɪst/
Woordafbreking
  • kab·ba·list
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kabbalist kabbalisten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dekabbalistv/m

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) aanhanger van de kabbala
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord kabbalist staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
66 %van de Nederlanders;
55 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.