kansrijk

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kansrijk    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • kans·rijk
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen kansrijkkansrijkerkansrijkst
verbogen kansrijkekansrijkerekansrijkste
partitief kansrijkskansrijkers-

Bijvoeglijk naamwoord

kansrijk

  1. (veel) kans op succes hebbend
    • Maar zijn die aanvragen ook kansrijk? 
Afgeleide begrippen
  • kansrijkheid
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord kansrijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.