kappewerie

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kappewerie    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈkɑ.pə.ʋɪ.ri/
Woordherkomst en -opbouw
Woordafbreking
  • kap·pe·we·rie
enkelvoud meervoud
naamwoord kappewerie
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dekappeweriem

  1. kreupelhout, boomaanwas op een plek die eerder gerooid is
    • Deze Kappewerie of kreupelbosch geeft door den alval van bladen, alsmede door het verrotte Wied, met den tijd wel eenig zout en vettigheid aan den Grond [...][1] 
Synoniemen

Verwijzingen

  1. Verzameling van uitgezochte verhandelingen, betreffende den landbouw in de kolonie Suriname, Volume 1, Landbouwkundig Genootschap De Eensgezindheid, H. Gartman : P.J. Uylenbroek, 1804
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.