kasuaris

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kasuaris    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌkasyˈwarɪs/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ka·su·a·ris
Woordherkomst en -opbouw
  • van Indonesisch kasuari, in de betekenis van ‘loopvogel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1763 [1] [2] [3]
enkelvoud meervoud
naamwoord kasuaris kasuarissen
verkleinwoord kasuarisje kasuarisjes

Zelfstandig naamwoord

dekasuarism

  1. (loopvogels) benaming voor vogels uit het geslacht Casuarius , grote vogels afkomstig uit de tropische regenwouden van Nieuw-Guinea en Australië
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord kasuaris staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
36 %van de Nederlanders;
35 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.