kasus

Indonesisch

Woordafbreking
  • ka·sus
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

kasus

  1. casus, geval, zaak, kwestie
  2. (taalkunde) naamval
  3. (taalkunde) dieptecasus (in de casusgrammatica)
Synoniemen
  • [1] perkara

Zweeds

Zelfstandig naamwoord

kasus o

  1. naamval
Verbuiging
kasus enkelvoud meervoud
  onbepaald bepaald onbepaald bepaald
  nominatief     kasus     kasuset     kasus     kasusen  
  genitief     kasus     kasusets     kasus     kasusens  
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.