kaupa
IJslands
Uitspraak
- IPA: / ˈkʰøyːpa /
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
stamtijd | |||
---|---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd | voltooid deelwoord (supinum) | |
3e pers enk. | 1e pers mv. | ||
kaupa | keypti | keyptum | keypt |
volledig |
Werkwoord
kaupa + accusatief
Afgeleide begrippen
- kaup
Uitdrukkingen en gezegden
- að kaupa köttinn í sekknum
een kat in de zak kopen
Werkwoord
kaupa
- derde persoon meervoud tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van kaupa
Zelfstandig naamwoord
kaupa
- genitief onbepaald onzijdig meervoud van kaup
Zelfstandig naamwoord
kaupa
- genitief onbepaald mannelijk enkelvoud van kaupi
kaupa
- datief onbepaald mannelijk enkelvoud van kaupi
kaupa
- accusatief onbepaald mannelijk enkelvoud van kaupi
kaupa
- genitief onbepaald mannelijk meervoud van kaupi
kaupa
- accusatief onbepaald mannelijk meervoud van kaupi
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.