kerstdicht
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kerstdicht (hulp, bestand)
Woordafbreking
- kerst·dicht
Woordherkomst en -opbouw
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | kerstdicht | kerstdichten |
| verkleinwoord | kerstdichtje | kerstdichtjes |
Zelfstandig naamwoord
het kerstdicht o
- (kerst) dichtkunst met kerst als thema
- (kerst) (dichtkunst) het resultaat van die dichtkunst, een gedicht met kerst als thema
Synoniemen
- [2] kerstgedicht
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.