kerstpacht

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kerstpacht    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • kerst·pacht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kerstpacht kerstpachten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dekerstpachtv/m

  1. (kerst) geld betaald op kerstavond voor het vruchtgebruik van grond waar men niet de eigenaar van is
    • De kerstpacht moest door alle boeren rond van het dorp betaald worden. 
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.