kersttram

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kersttram    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • kerst·tram
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kersttram kersttrammen
kersttrams
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dekersttramm

  1. (kerst) een tram die speciaal met de kerstdagen rijdt
  2. (kerst) een tram die in kerstsfeer versierd is
    • De kersttram had een kerstmuts op. 
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.