kirkehistoriker

Deens

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈkiɐ̯gəhiˈsdoˀɐ̯igʌ /
Woordafbreking
  • kir·ke·hi·sto·ri·ker
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstelling van de Deense zelfstandige naamwoorden kirke en historiker
Naar frequentie zeldzaam
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   kirkehistoriker     kirkehistorikeren     kirkehistorikere     kirkehistorikerne  
genitief   kirkehistorikers     kirkehistorikerens     kirkehistorikeres     kirkehistorikernes  

Zelfstandig naamwoord

kirkehistoriker, g

  1. (beroep), (religie) kerkhistoricus
Verwante begrippen

Verwijzingen

    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.