klapgelopen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  klapgelopen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈklɑplopə(n)/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • klap·ge·lo·pen
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van: klaplopen…
verbogen vorm: klapgelopene

klapgelopen

  1. voltooid deelwoord van klaplopen
    • Niet dat wij kunnen voorspellen of er veel klapgelopen zal worden onder het nieuwe systeem, maar het zal zeker mogelijk zijn (nu overigens ook). [1]
    • Hij vond, dat de niet-georganiseerdec nu lang genoeg hadden klapgelopen op de zakken van de georganiseerden. [2]
    • Het hinkt, 't gaat mank, 't is kreupeldigt,
      't Is iets, het geen geen Zang-konst stigt:
      't Is iets, daar niets van is te hoopen,
      't Is met de Lazerus klapgelopen.
       [3]

Gangbaarheid

  • Het woord 'klapgelopen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.