kleumer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kleumer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- kleu·mer
Woordherkomst en -opbouw
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | kleumer | kleumers |
| verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de kleumer m [2]
- persoon die snel last heeft van kou; kouwelijk persoon
- onbetrouwbaar persoon
Synoniemen
- [1] koukleumer
Verwante begrippen
- [1] mannelijke vorm van kleumster
Gangbaarheid
- Het woord kleumer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kleumer" herkend door:
| 64 % | van de Nederlanders; |
| 36 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ kleumer op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.