klimstrook

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  klimstrook    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • klim·strook
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord klimstrook klimstroken
verkleinwoord klimstrookje klimstrookjes

Zelfstandig naamwoord

deklimstrookv/m

  1. (verkeer) rijstrook voor trager rijdend verkeer, waaronder vrachtwagens, zodat het andere snellere verkeer bij het beklimmen van een helling niet gehinderd wordt

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.