klodder

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  klodder    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • klod·der
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘klonter’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1562 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord klodder klodders
verkleinwoord kloddertje kloddertjes

Zelfstandig naamwoord

deklodderm

  1. hoeveelheid dik vloeibaar materiaal
    • Karel Appel schilderde met grote klodders verf. 

Werkwoord

vervoeging van
klodderen

klodder

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van klodderen
    • Ik klodder. 
  2. gebiedende wijs van klodderen
    • Klodder! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van klodderen
    • Klodder je? 

Gangbaarheid

  • Het woord klodder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.