knapt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  knapt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • knapt

Werkwoord

vervoeging van
knappen

knapt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van knappen
    • Jij knapt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van knappen
    • Hij knapt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van knappen
    • Knapt! 

Gangbaarheid

  • Het woord knapt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.


Deens

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • knapt
Naar frequentie 6749

Bijvoeglijk naamwoord

knapt

  1. onbepaald onzijdig enkelvoud stellende trap van knapp


Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / knɑpt /
Woordafbreking
  • knapt
Naar frequentie 1388

Bijvoeglijk naamwoord

knapt

  1. onbepaald onzijdig enkelvoud stellende trap van knapp

Bijwoord

knapt

  1. schaars
    «Det brukbare materiale er ennå svært knapt
    Het bruikbare materiaal is nog steeds erg schaars.
  2. nauwelijks
  3. kort (voor), nipt, vlak (voor)
Synoniemen


Nynorsk

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / knɑpt /
Woordafbreking
  • knapt

Bijvoeglijk naamwoord

knapt

  1. onbepaald onzijdig enkelvoud stellende trap van knapp

Bijwoord

knapt

  1. schaars
  2. nauwelijks
  3. zuinig, beperkt
Synoniemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.