koersbroek

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  koersbroek    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • koers·broek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord koersbroek koersbroeken
verkleinwoord koersbroekje koersbroekjes

Zelfstandig naamwoord

dekoersbroekv/m

  1. (sport) (kleding) een strakke fietsbroek gebruikt tijdens wielerwedstrijden
    • Tijdens de Tour de France hebben de wielrenners fraai gekleurde koersbroeken aan met reclame opschriften. 
Synoniemen
  1. fietsbroek, wielrenbroek

Gangbaarheid

  • Het woord koersbroek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.