kog

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kog    (hulp, bestand)
  • IPA: /kɔx/ (1 lettergreep)
Woordafbreking
  • kog
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kog koggen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

dekogv/m

  1. (scheepvaart) (geschiedenis) middeleeuws vrachtschip dat vooral door de Hanze werd gebruikt
     (…) stormt herfst aan, rust daar als vanouds de kog.[3]
Synoniemen
  • kogge (meer gangbare uitspraakvariant)

Gangbaarheid

  • Het woord 'kog' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. kog op website: Etymologiebank.nl
  3. Laaglandse Hymnen : Walnoten (oktober 1996) in: Parmentier., jrg. 8 nr. 1 (zomer 1997), Stichting Randschrift, Nijmegen, p. 34
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.