kokosnotenboom
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kokosnotenboom (hulp, bestand)
- IPA: / ˈkokɔsˌnotɛ(n)ˌbom / (5 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈko.kɔs.no.təˌbom/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈko.kɔs.no.təˌbom/
Woordafbreking
- ko·kos·no·ten·boom
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van kokosnoot en boom met het invoegsel -en-
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | kokosnotenboom | kokosnotenbomen |
| verkleinwoord | kokosnotenboompje | kokosnotenboompjes |
Zelfstandig naamwoord
de kokosnotenboom m
- (plantkunde) Cocos nucifera een palm behorend tot de palmenfamilie (Palmae of Arecaceae ) die tot 30 m hoog kan worden en 4-6 m lange bladeren heeft
Synoniemen
Verwante begrippen
- kokosboom, kokosbrood, kokosgaren, kokoskoek, kokosmakron, kokosmakroon, kokosmat, kokosmelk, kokosnoot, kokosolie, kokossuiker, kokosvezel, kokosvlees
Vertalingen
Gangbaarheid
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.