koon

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  koon    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • koon
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘wang’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1488 [1] [2] [3]
enkelvoud meervoud
naamwoord koon konen
verkleinwoord koontje koontjes

Zelfstandig naamwoord

dekoonv/m [4]

  1. (formeel) (anatomie) wang
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord koon staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
61 %van de Nederlanders;
36 %van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.