koppigheid

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  koppigheid    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • kop·pig·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord koppigheid koppigheden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dekoppigheidv

  1. de mate van koppigheid
    • Het meisje deed al die vervelende dingen alleen maar uit koppigheid. 
  2. zaken die gedaan worden door een koppig iemand
    • Het veel te laat thuiskomen was een van zijn koppigheden. 
Synoniemen
  1. eigenwijsheid
Antoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord koppigheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.