kortsluiten

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kortsluiten    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • kort·slui·ten
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
kortsluiten
sloot kort
kortgesloten
klasse 2 volledig

Werkwoord

kortsluiten [1]

  1. overgankelijk (elektrotechniek) een voortijdige verbinding in een stroomkring maken die de belasting omzeilt
    • De hevige regenval had de leiding kortgesloten en dit leidde tot het uitbreken van brand. 
  2. snel iets in overeenstemming brengen met, snel iets afstemmen op
    • kunnen we dit even kortsluiten? 
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord kortsluiten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.