kraanoog

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kraanoog    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈkranox/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • kraan·oog
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

hetkraanoogo

  1. m (textiel) bepaald soort weefsel, een samenstelling van spitskepers in ketting- en inslagrichting
    «(archaïsch) Hij is zoo stijf als kraanoog
    Hij is zwaar dronken.[2]
  2. o (plantkunde) bepaald soort giftige plant uit Azië die strychnine bevat, Strychnos nux-vomica 
Synoniemen
  • [1] kraanoogkeper,ruit, puioog, ganzenoog, diamantkeper
  • [2] braaknoot
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord 'kraanoog' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
61 %van de Nederlanders;
66 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bacchus, in spreekwoordentaal, aangetoond in eenige honderden spreekwoorden. Pieter Jacob Harrebomée. 1874
  3. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.