kraan

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kraan    (hulp, bestand)
  • IPA: /kran/ (1 lettergreep)
Woordafbreking
  • kraan
Woordherkomst en -opbouw
  • [1] In de betekenis van ‘kraanvogel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1287 [1]
  • [2] In de betekenis van ‘tap aan een vat’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1354 [1]
  • [3] In de betekenis van ‘hijswerktuig’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1244 [1]
  • [4] Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘flinke vent’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1866 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord kraan kranen
verkleinwoord kraantje kraantjes

Zelfstandig naamwoord

de kraan

  1. m, (kraanvogelachtigen) bepaald soort vogel Grus grus 
  2. v/m, (techniek) mechanisme waarmee de stroming van vloeistof of gas geregeld kan worden
  3. v/m, (techniek) (van kabels en katrollen voorzien) werktuig om voorwerpen in de hoogte te verplaatsen
  4. m, (informeel) iemand die op een bepaald gebied uitblinkt
Synoniemen
Hyperoniemen
  • [3] hefwerktuig, hijswerktuig
Meroniemen
  • [2] kraanleertje
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen
   1. zie: kraanvogel   

Gangbaarheid

  • Het woord kraan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.