krampachtig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  krampachtig    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • kramp·ach·tig
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen krampachtigkrampachtigerkrampachtigst
verbogen krampachtigekrampachtigerekrampachtigste
partitief krampachtigskrampachtigers-

Bijvoeglijk naamwoord

krampachtig

  1. met te ingespannen spieren en daardoor niet soepel
    • Krampachtig schoot de voetballer de bal in het doel. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord krampachtig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.