kransje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kransje    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈkrɑnʃə/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • krans·je
[2], [3] enkelvoud meervoud
naamwoord
verkleinwoord kransje kransjes

Zelfstandig naamwoord

hetkransjeo hetkransjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord krans
  2. dim. tant. bijeenkomst van dames die met elkaar de stand van zaken bespreken
  3. dim. tant. (voeding) kransvormig koekje

Zelfstandig naamwoord

Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord kransje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.