kranswieren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kranswieren    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈkrɑnswirə(n)/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • krans·wie·ren
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

dekranswierenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord kranswier
     Het water in de plassen was zo troebel geworden, dat men de laatste kranswieren niet eens meer kon zien, maar ze alleen nog met een sleepanker of bodemhapper kon opvissen.[2]
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (algen) benaming voor soorten wier die behoren tot de Charophyta 
     Voorafgaand aan de excursie verzorgt algoloog dr. Jan Simons een lezing over de kranswieren, die in het voedselrijke en heldere water van het meer ruim vertegenwoordigd zijn.[3]
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)

Gangbaarheid

  • Het woord 'kranswieren' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Weblink bron
    Marion de Boo
    “Planten in het nat” (22 februari 1996) op nrc.nl
  3. Weblink bron “En verder” (1 september 2005) op nrc.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.