krates

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  krates    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • kra·tes
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Grieks [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord krates
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dekratesm [2]

  1. persoon met een bochel; mismaakt persoon
     Toen grijnsde hij zoetjes naar de krates op de stoep met de pet op zijn glimmende oogen en was alweêr voorbij.[3]
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord 'krates' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.