kusk

Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / kʉsk /
Woordafbreking
  • kusk
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Duitse zelfstandige naamwoord Kutsche met Hongaarse herkomst
Naar frequentie 20464
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   kusk     kusken     kusker     kuskene  
genitief   kusks     kuskens     kuskers     kuskenes  

Zelfstandig naamwoord

kusk, m

  1. (beroep) koetsier
  2. (beroep), (sport) pikeur


Synoniemen
  • [1]: kuske
  • [1]: kusking
  • [2]: travkusk
Opmerkingen


Nynorsk

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / kʉsk /
Woordafbreking
  • kusk
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Duitse zelfstandige naamwoord Kutsche met Hongaarse herkomst
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   kusk     kusken     kuskar     kuskane  

Zelfstandig naamwoord

kusk, m

  1. (beroep) koetsier
  2. (beroep), (sport) pikeur
Afgeleide begrippen
  • [1]: postkusk
Opmerkingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.