kwink

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kwink    (hulp, bestand)
  • IPA: /kwɪŋk/ (1 lettergreep)
Woordafbreking
  • kwink
Woordherkomst en -opbouw
  • zn: naamwoord van handeling van  kwinken ww  (zonder -en) [1]
  • ww:  kwinken ww  zonder de uitgang -en
enkelvoud meervoud
naamwoord kwink kwinken
verkleinwoord kwinkje kwinkjes

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als zelfstandig naamwoord

Zelfstandig naamwoord

dekwinkm *

  1. (verouderd) iets wat je zegt om anderen te laten lachen
Synoniemen
Opmerkingen
  • In het Woordenboek der Nederlandsche Taal heeft "kwink" geen woordgeslacht. Uitgaand van de veronderstelde etymologie, zou het woord als stam van een werkwoord mannelijk zijn.
Afgeleide begrippen

Werkwoord

vervoeging van
kwinken

kwink

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kwinken
    • Ik kwink. 
  2. gebiedende wijs van kwinken
    • Kwink! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kwinken
    • Kwink je? 

Gangbaarheid

  • Het woord kwink staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.