laagvlieger

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  laagvlieger    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • laag·vlie·ger
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord laagvlieger laagvliegers
verkleinwoord laagvliegertje laagvliegertjes

Zelfstandig naamwoord

delaagvliegerm

  1. persoon die zich niet aan de snelheidsbeperkingen houdt
  2. laagvliegende vogel of vliegtuig
  3. slecht presterende sportploeg

Gangbaarheid

  • Het woord laagvlieger staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.