laast

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  laast    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • laast

Werkwoord

vervoeging van
lezen

laast

  1. gij-vorm verleden tijd van lezen
    • Gij laast. 
     Want hoe ge, toen gij laast, ter borst moest voelen nijpen
    de pijn van wie, miskend, zelfs om zijn onschuld treurt:
    veel beter dan ik-zelf zoudt gij mijn woord begrijpen
    dat nóg in trots het hoofd u beurt.
    [1]

Gangbaarheid

  • Het woord 'laast' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Verzameld dichtwerk. Deel 1. Lyrische poëzie” (2007)

Afrikaans

Bijvoeglijk naamwoord

laast

  1. overtreffende trap van laat: laatst, laatste
    «Ek dog ek bel my assuransie 'n week of so gelede en bevraagteken hoekom dit so duur geword het die laast paar maande»[1]
    Ik dacht ik zal m'n verzekering eens bellen zo'n week of wat geleden om te vragen waarom het de laatste paar maanden zo duur geworden is.

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Landbou” (12 september 2008)
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.