lacher

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  lacher    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • la·cher
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van lachen met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord lacher lachers
verkleinwoord lachertje lachertjes

Zelfstandig naamwoord

delacherm

  1. iemand die lacht
  2. iets idioots waarom men kan lachen
    • U2-zanger Bono reageert op de berichtgeving dat hij miljardair zou worden met de beursgang van Facebook. "Die berichten zijn een lachertje", zegt hij. 
Anagrammen

Gangbaarheid

  • Het woord lacher staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
83 %van de Nederlanders;
81 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.