lammetje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  lammetje    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈlɑməcə/
Woordafbreking
  • lam·me·tje
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Jiddisch, in de betekenis van ‘Bargoens: 30 stuivers’ aangetroffen vanaf 1860 [1]
  • Herkomst: Bargoens [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord lammetje lammetjes
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetlammetjeo

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) dertig stuivers

Zelfstandig naamwoord

hetlammetjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord lam

hetlammetjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord lamme

Gangbaarheid

  • Het woord lammetje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.