landouw

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  landouw    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • lan·douw
enkelvoud meervoud
naamwoord landouw landouwen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

delandouwv/m

  1. vruchtbaar -gewoonlijk regelmatig overstroomd- veld, weiland of akker; meestal in het meervoud gebruikt
    • De vergezichten over water en landouwen geven deze omgeving een geheel eigen schoonheid. 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord landouw staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
36 %van de Nederlanders;
31 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.