langbien

Drents

Zelfstandig naamwoord

langbien

  1. (ooievaarachtigen) ooievaar, stork
Synoniemen
  • eiber
  • eibert
  • eileuver
  • heileuver
  • uiber
  • uibert
  • uipert
  • uiver
Hyperoniemen


Nedersaksisch

Zelfstandig naamwoord

langbien

  1. (ooievaarachtigen) ooievaar, stork; een grote witte vogel met zwarte vleugelranden en rode poten
Schrijfwijzen
  • langbiender
  • langbiener
Synoniemen
  • Aadboor
  • Aadebar
  • aaiber
  • aaiberd
  • Äbäär
  • Addebaar
  • Adebeer
  • Adeboor
  • Aebär
  • aiber
  • aiberd
  • Ajewaar
  • Ebeer
  • Eebeer
  • eiber
  • eibert
  • eilaever
  • eilever
  • eileuver
  • euver
  • Haadbaa
  • heileuver
  • kikkervretter
  • klapstork
  • klepperdeark
  • klepperman
  • Knappendreger
  • luibert
  • Obär
  • Ohrbeer
  • Ojewaar
Hyperoniemen

Meer informatie

Stellingwerfs

Zelfstandig naamwoord

langbien

  1. (ooievaarachtigen) ooievaar, stork; een grote witte vogel met zwarte vleugelranden en rode poten
Synoniemen
Hyperoniemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.