lantfrída

Oudhoogduits

Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Latijnse zelfstandige naamwoord lampreta

Zelfstandig naamwoord

lantfrída, v

  1. (kaaklozen) orde Petromyzontiformes : lampreien, negenogen, prikken
Verbuiging
  • v (ó), sterk
Synoniemen
Overerving en ontlening
Opmerkingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.