larderen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  larderen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • lar·de·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘doorspekken (lett. en later fig.)’ voor het eerst aangetroffen in 1500 [1]
  • Naamwoord van handeling van het Franse larder (met het achtervoegsel -eren) [2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
larderen
lardeerde
gelardeerd
zwak -d volledig

Werkwoord

larderen [3]

  1. volstoppen met, voorzien van
  2. overgankelijk (kookkunst) (d.m.v. een lardeernaald) met dunne reepjes spek doorrijgen
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
  • lardeersel
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord larderen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
68 %van de Nederlanders;
73 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.