latuw

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  latuw    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈlatyw/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • la·tuw
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord latuw -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

delatuwv/m

  1. (plantkunde) (voeding) benaming voor planten uit het geslacht Lactuca  en in het bijzonder Lactuca sativa  waarvan de bladeren als groente worden gegeten
    • 't Witte tafelkleed verdween haast onder 'n egaalgespreide laag van room-blanke en licht-bruine paasbroodschilfers, broze bakblaasjes onder 't breken afgestoten en grotere brokken met grillige, spits-getande kanten, te midden waarvan de ontredderde schotel halfhangend stond op z'n in de verzakking geraakt voetstuk van drie in blanke doeken gevouwen paasbroden,wankel fundament, dat heel de avond getorst had vracht van veel symbolieke spijzen: 't gebraden lamsbeen, 't ei, in as gesmoord, 't zoete roersel van appelen-amandelen-suiker-en-wijn, de lange, groen-gekroonde mierikswortel, de andere groenten, latuw en kleurige radijsbolletjes, 't bakje met azijn en zout-water -, alles naar rituele aanwijzing op de schotel gerangschikt. [3]
Synoniemen
Hyperoniemen
Afgeleide begrippen
  • latuwbitter
  • latuwblad
  • latuwsla
  • latuwwater
  • latuwzaad
  • hazenlatuw
  • hoflatuw
  • krullatuw
  • sluitlatuw
  • steeklatuw
  • winterlatuw

Gangbaarheid

  • Het woord latuw staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
13 %van de Nederlanders;
21 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.