leilighet

Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈlæjlɪheːt /
Woordafbreking
  • lei·lig·het
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Middelnederduitse zelfstandige naamwoord  legelicheit zn 
  • Noors zelfstandig naamwoord met het achtervoegsel -het
Naar frequentie 1571
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   leilighet     m: leiligheten
v: leiligheta  
  leiligheter     leilighetene  
genitief   leilighets     m: leilighetens
v: leilighetas  
  leiligheters     leilighetenes  

Zelfstandig naamwoord

leilighet, m / v

  1. gelegenheid
  2. appartement, flat, woning
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Typische woordcombinaties
  • [2]: kjøpe leilighet
een woning kopen
  • [2]: leie leilighet
een woning huren
  • [2]: toroms leilighet
tweekamerappartement, tweekamerflat, tweekamerwoning
  • [2]: treroms leilighet
driekamerappartement, driekamerflat, driekamerwoning
Uitdrukkingen en gezegden
  • [2]: ved leilighet
bij gelegenheid
Opmerkingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.