lekkers

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  lekkers    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈlɛkərs/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • lek·kers
Woordherkomst en -opbouw

Bijvoeglijk naamwoord

lekkers

  1. partitief van de stellende trap van lekker
    • Ik heb trek in iets lekkers! 
enkelvoud meervoud
naamwoord lekkers -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetlekkerso

  1. snoepgoed
    • Wie zoet is krijgt lekkers! 

Gangbaarheid

  • Het woord lekkers staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.