lemmetje
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: lemmetje (hulp, bestand)
Woordafbreking
- lem·me·tje (A)
- lem·met·je (B)
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lemmetje | lemmetjes |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
[A] het lemmetje o dim. tant. [2]
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord lemmetje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "lemmetje" herkend door:
53 % | van de Nederlanders; |
56 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ lemmetje op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.