leproos

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  leproos    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • le·proos
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘melaats, aan lepra lijdend’ voor het eerst aangetroffen in 1380 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord leproos leprozen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deleproosm

  1. (medisch) melaatse
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord leproos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
70 %van de Nederlanders;
74 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.