leviet

Niet te verwarren met: Leviet

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  leviet    (hulp, bestand)
  • IPA: /leˈvit/
Woordafbreking
  • le·viet
Woordherkomst en -opbouw
  • Herkomst: Hebreeuws (gangbare Nederlandse versie), letterlijk: volgens Gen. 29:34 verband met 'zich aansluiten' [1]
  • afgeleid van Levi met het achtervoegsel -iet
enkelvoud meervoud
naamwoord leviet levieten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

delevietv/m

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) persoon met een functie in de tempel van de uit Levi voortgekomen stam van Israël
Opmerkingen
  • Hoofdlettergebruik: benaming persoon: Leviet; benaming functie: leviet
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord leviet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
54 %van de Nederlanders;
74 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.