lieftalligheid
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: lieftalligheid (hulp, bestand)
Woordafbreking
- lief·tal·lig·heid
Woordherkomst en -opbouw
- afleiding van lieftallig met het achtervoegsel -heid[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lieftalligheid | lieftalligheden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de lieftalligheid v
- heel fraai qua uiterlijk en vooral ook qua innerlijk (met name van vrouwen en kinderen)
- ▸ Op het portret dat de van oorsprong Nederlandse Peter Lely in 1648 van haar maakte, is ze de lieftalligheid zelve. Maar praat de huidige bezoekers en medewerkers van Ham House in Richmond, waar ze woonde en waar het schilderij nog altijd hangt, er niet van.[2]
Synoniemen
- innemendheid, charme, aantrekkelijkheid, bekoorlijkheid, begeerlijkheid, suaviteit
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord lieftalligheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Spookachtige toestanden in Mauritshuis” (4 oktober 2018), Reformatorisch Dagblad
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.