liepen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  liepen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈlipə(n)/
Woordafbreking
  • lie·pen

Werkwoord

vervoeging van
lopen

liepen

  1. meervoud verleden tijd van lopen
    • Wij liepen. 
    • Jullie liepen. 
    • Zij liepen. 

Verwijzingen

    1.  Ze liepen in een veel hoger tempo dan ik en hadden me razendsnel ingehaald.[1]

    Gangbaarheid

    • Het woord liepen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

    Meer informatie

    1. Tim Voors
      “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.