liggend

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  liggend    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈlɪɣənt/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • lig·gend
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van: liggen
verbogen vorm: liggende

liggend

  1. onvoltooid deelwoord van liggen
stellend
onverbogen liggend
verbogen liggende
partitief liggends

Bijvoeglijk naamwoord

liggend

  1. zich horizontaal en in rust bevindend
    • Patiënten worden liggend vervoerd in een ambulance. 
    • Liggend in bed las hij de krant. 
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord liggend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.