linkshandigheid
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: linkshandigheid (hulp, bestand)
Woordafbreking
- links·han·dig·heid
Woordherkomst en -opbouw
- afleiding van linkshandig met het achtervoegsel -heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | linkshandigheid | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de linkshandigheid v
- het de linker hand als dominante hand hebben
- ▸ over het verband tussen schizofrenie en linkshandigheid .[1]
- ▸ Ben jij linkshandig? En je vader ook? En je zusje? Dan zijn ze in Nijmegen hard op zoek naar jullie. Linkshandigheid schijnt erfelijk te zijn, en dat willen ze nu weleens zeker weten.[2]
- ▸ "Het is eigenlijk volstrekt onnodig, maar als we met zo'n dag een glimlach bij mensen op het gezicht kunnen toveren, dan doen we dat graag", zegt Sander Reijn, initiatiefnemer van de Nederlandse versie van deze speciale dag. "Tegelijkertijd zijn er ook heel veel linkshandigen die een klein trauma hebben overgehouden uit de vorige eeuw waarbij linkshandigheid taboe was."[3]
- ▸ De gedragsbioloog van de Rijksuniversiteit Groningen doet onderzoek naar linkshandigheid. "Eigenlijk is het nog steeds een mysterie."[4]
Gangbaarheid
- Het woord linkshandigheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Håkan Nesser“Het grofmazige net” (2001), De Geus (uitgeverij), ISBN 9789044524048
- ↑ Weblink bron “Gezocht: families met twee linkerhanden” (dinsdag 12 augustus 2014, 12:03), NOS
- ↑ Weblink bron “Linkshandigheid: van taboe naar trots” (zaterdag 13 augustus 2016, 08:43), NOS
- ↑ Weblink bron “Ton Groothuis: linkshandigen hebben mogelijk evolutionair voordeel” (zaterdag 13 augustus 2016, 19:57), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.