lodder
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: lodder (hulp, bestand)
Woordafbreking
- lod·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lodder | lodders |
verkleinwoord | loddertje | loddertjes |
Zelfstandig naamwoord
- lomp, flard, prul
Afgeleide begrippen
- lodderachtig, lodderen, lodderlijk, lodderoog
Werkwoord
vervoeging van |
---|
lodderen |
lodder
Gangbaarheid
- Het woord lodder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "lodder" herkend door:
66 % | van de Nederlanders; |
63 % | van de Vlamingen.[5] |
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.