loodje

Niet te verwarren met: lootje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  loodje    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈlocə/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • lood·je
Woordherkomst en -opbouw
  •  lood zn  met het achtervoegsel -je
enkelvoud meervoud
naamwoord - -
verkleinwoord loodje loodjes

Zelfstandig naamwoord

hetloodjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord lood
  2. dim. tant. gestempeld stukje metaal dat door vaste verbinding met een draadje officieel bewijst dat het verbonden voorwerp een bepaalde status heeft
Synoniemen
Uitdrukkingen en gezegden
  • het loodje leggen [1]
    overlijden, sterven
  • de laatste loodjes wegen het zwaarst [1]
    iets afwerken kost nog het meeste moeite

Gangbaarheid

  • Het woord loodje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.